Lezing  2003
21e  Van der Leeuw-lezing
Tom Lanoye
,
Marjolijn Februari

Beschadigde beelden. Schrijven in het rijk van de iconodulen

‘De vrolijke zeefdrukken die Andy Warhol maakte van de David van Michelangelo lagen dichter bij een interpretatie van de Oudheid dan de versie van Michelangelo zelf.’ ‘Sinds hun vernieling zijn de Twin Towers pas echt alom aanwezig.’ ‘Ik ben een fan van jullie Beeldenstorm.’ Aldus Tom Lanoye. Het belooft een zeer spannende 21e Van der Leeuw-Lezing te worden, met flinke contrasten, zowel qua stijl als qua inhoud. De schrijver en performer Tom Lanoye houdt een flamboyant en veelkleurig betoog over tal aspecten van de beeldcultuur, met name ook over wat die betekent voor de rol van de schrijver. Filosoof, jurist en kunsthistoricus Marjolijn Februari stelt daar een meer noordelijke presentatie en analytischer aanpak tegenover, geheel in overeenstemming met het cliché over de verschillen tussen de Vlaming en de Hollander. Beiden doen dat overigens zeer welsprekend, en beiden tonen daarbij veel gevoel voor humor, maar net even anders. Het valt niet mee in kort bestek recht toen doen aan de rijkdom van beide lezingen. Bij Lanoye passeren in rap tempo de revue: de val van de Berlijnse Muur, de vernietigde Boeddha-beelden in Afghanistan, de Twin Towers en Ground Zero en de standbeelden van Saddam en Stalin, maar Lanoye heeft het ook over de boerka, Ka’aba, Malevitsj, Clint Eastwood en Nike. We leven in een tijd van iconodulen, we zijn verslaafd aan beelden. En de beelden winnen alleen maar aan kracht. Zelfs wanneer ze vernield worden, aldus Lanoye. De iconoclasten vieren weliswaar de materiële vernietiging, maar de iconodulen zijn verheugd om het dikwijls krachtiger fantoom dat ervoor in de plaats komt. Sterker nog: de vernietiging zelf wordt icoon. Lanoye vraagt zich af wat de rol nog is van de taal en de letteren, tegenover al dit beeldgeweld. Wat is de rol nog van de schijver? Lanoye behelpt zich met beeldend schrijven, zijn boeken staan inderdaad bol van het spektakel. ‘Voor omscholen is het te laat,’ aldus een opgewekt-mismoedige Lanoye in een interview met Ariejan Korteweg in de Volkskrant. Is de toekomst niet aan het beeld? Maar hoewel Lanoye oog heeft voor het drama en met graagte de hyperbool hanteert, gaat Februari in haar conclusie misschien nog wel verder. Ziet Lanoye in het eigentijdse en meer historische iconoclasme tamelijk genuanceerd voordelen én nadelen, Februari kiest stoutmoedig voor de meer heilzame kanten van een beeldenstorm en voegt er in één adem een pleidooi voor een ‘taalstorm’ aan toe! Meer stilte, alstublieft. Want afwezigheid roept verlangen op.

Tom Lanoye

Beschadigde beelden. Schrijven in het rijk van de iconodulen

Tom Lanoye (1958) debuteerde in 1980 met de poëziebundel Maar nog zo goed als nieuw en maakte snel naam als podiumdichter. Hij publiceerde gedichten, autobiografisch proza en fictie, diverse toneelstukken, zeven bundels met beschouwingen en kritieken, en hij bracht een cd uit, The very best of the artist formerly known as a young man (1999). Zijn megaproject tot nog toe was een trilogie over België: Het goddelijk monster, Zwarte tranen en Boze tongen, dit jaar onderscheiden met De Gouden Uil. Inmiddels is Tom Lanoye de belangrijkste literaire auteur en theatermaker van België geworden, met een oeuvre dat zowel in omvang als in verscheidenheid onnavolgbaar is. Lanoye woont en werkt afwisselend in Antwerpen en Kaapstad.

Marjolijn Februari

Stilte als storm

Onder het pseudoniem M. Februari debuteerde de filosoof en jurist Marjolijn Drenth von Februar in 1989 met de roman De zonen van het uitzicht. De roman werd in 1990 onderscheiden met de Multatuliprijs. De filosoof besloot haar alter ego bij dat onderzoek te betrekken, met als resultaat een uniek proefschrift, waarin literatuur en wetenschap bijeenkomen (2000). In Een pruik van paardenhaar vertelt M. Februari een achttiende-eeuwse liefdesgeschiedenis, in Over het lezen van een boek bespreekt Marjolijn Drenth een thema uit het werk van Amartya Sen, econoom en filosoof, recentelijk voor zijn werk onderscheiden met de Nobelprijs.