De moderne West-Europese samenleving staat onverschillig, afwijzend of zelfs vijandig tegenover religie, zo stelt Karen Armstrong. Religie wordt beschouwd als inherent gewelddadig, intolerant en onverenigbaar met de vooruitgang, democratie, wetenschap, moderniteit. Zo dacht Armstrong er ooit zelf ook over. Na een ongelukkige periode in het klooster, had ook zij een tijdlang genoeg van het concept God en al wat er in Diens Naam zoal geschiedde. Haar eerste boeken en televisieprogramma’s over de geschiedenis van religies ademden nog heel sterk die scepsis. Na 20 jaar van uitvoerige studie van niet alleen de drie grote monotheïstische religies – jodendom, christendom, islam – maar ook van confucianisme, taoïsme, hindoeïsme en boeddhisme, is Armstrong radicaal van mening veranderd. Karen Armstrong zal ter gelegenheid van de 26e Van der Leeuw-lezing spreken over de misvattingen die in West-Europa over religie bestaan. In navolging van Boeddha, Confucius en Jezus geeft zij weinig om metafysica en theologie. Een waar religieus leven, zo stelt zij, is een goed leven, in praktische zin. De volgorde is niet dat religie tot ander gedrag leidt, in tegenstelling tot wat wij vaak denken. Volgens Boeddha en Confucius is het juist omgekeerd: veranderd gedrag leidt tot innerlijke transformatie. Armstrong herkent in alle religies het ideaal van compassie. Zij noemt het de lakmoesproef van ware spiritualiteit. Zij wijst erop dat Confucius al stelde dat religie niet los gezien kan worden van altruïsme. Dat is de Gouden Regel, de essentie van elke religie. In een rijk en erudiet betoog, met prachtige verhalen, uit oa. Ilias, Thora, Bijbel en Koran, met hoofdrollen voor Confucius, Boeddha, Jezus en Mohammed, en bijrollen voor oa. Abraham, Achilles, Agamemnon, Socrates, Plato en Anselmus van Canterbury. Het punt van alle tijd en plaats Abdelkader Benali verhaalt in zijn co-referaat op literaire wijze van zijn reis naar Damascus, afgelopen zomer. Hij bezocht daar de Ummayadenmoskee, zoals hij op al zijn reizen in de Arabische en islamitische wereld moskeeën bezoekt. De Ummayadenmoskee is voor zowel moslims als christenen een heilige plek. Voor de eersten omdat daar het graf van Hoessein is, de kleinzoon van Mohammed, voor de laatsten omdat in een ander deel het hoofd van Johannes de Doper ligt. Deze moskee is, zoals vele gebedshuizen gebouwd op een andere kerk, in dit geval een Byzantijnse kerk, die op zijn beurt weer op een tempel rust. Een geschiedenis van tweeduizend jaar. Pelgrims herleven hier in diep verdriet een moment van 1500 jaar geleden. Het verleden valt samen met het heden: de eeuwig tegenwoordige tijd. Van het bidden bij de Klaagmuur, het gedenken van de geboorte van Jezus, tot de rondgang om de Kabaa in Mekka, Benali herkent hierin een universeel poëtisch verlangen naar die eeuwig tegenwoordige tijd. Een verlangen dat Benali hoort bij Bach en Mozart, en ziet in de schilderijen van Francis Bacon. En in de Aleph in het verhaal van de door Benali bewonderde Borges, de plek waar alle plaats en tijd samenkomt. Een plek waar het verleden spreekt.
Karen Armstrong
Karen Armstrong (Wildmoor, 1944) trad in 1962 trad toe tot de Engelse orde De gemeenschap van het Heilig Kind Jezus. Daar bracht zij zeven jaar als non door. In 1969 verliet zij het klooster en schreef over haar ervaringen het boek Through the Narrow Gate (1981). Na haar tijd als non studeerde zij aan de Universiteit van Oxford. Sindsdien is zij een productief schrijver op het terrein van de drie monotheïstische religies. Op haar naam staan een 20-tal boeken, waarvan er 10 in het Nederlands zijn vertaald. Armstrong behoort tot de meest spraakmakende auteurs over vraagstukken van religie en geloof. Aanvankelijk sprak Armstrong fel en kritisch over religie; zij deinsde er niet voor terug Paus Johannes Paulus een fundamentalist te noemen. De laatste jaren is zij milder geworden, zonder de schaduwkanten uit het oog te verliezen en daar gepassioneerd tegen te ageren. Zij oogstte wereldfaam met Een geschiedenis van God, een cultuurgeschiedenis van duizend jaar christendom, jodendom en islam (1993) waarvan alleen in Nederland al meer dan 100.000 exemplaren werden verkocht. Van haar hand verschenen onder meer de Muhammad, a Biography of the Prophet (1991), Jerusalem: One City, Three Faiths (1996), The Battle for God: Fundamentalism in Judaism, Christianity and Islam (2000), en The Great Transformation: The World in the Time of Buddha, Socrates, Confucius and Jeremiah (2006). In 2002 verscheen The Spiral Staircase, My climb out of Darkness (2004), waarin zij haar leven en ontwikkeling beschrijft. Andere recente in Nederland verschenen titels zijn oa. Mythen, een geschiedenis, (2005) en Jihad. Strijders en strijdsters voor Allah (samen met B. Mohammed en Robert S. Kaplan, 2006). Karen Armstrong woont in Londen.
Abdelkader Benali
Abdelkader Benali (1975) is geboren in Ighazzazen (Marokko). Zijn debuut Bruiloft aan zee (1996) werd in 1997 bekroond met de Geertjan Lubberhuizen Prijs en in 1999 met de Prix de Meilleur Premier Roman Etranger (Frankrijk). Het boek is inmiddels in vertaling verschenen in o.m. Engeland, de Verenigde Staten, Spanje, Duitsland, Frankrijk en Denemarken. Op 1 januari 1999 ging Benali's toneelstuk De Ongelukkige in première. Het verscheen in boekvorm bij uitgeverij Vassallucci. Berichten uit Maanzaad Stad uit 2001 is een verzameling verhalen, reportages, artikelen en columns. In het najaar van 2001 ging Benali's toneelmonoloog Yasser in première (in 2002 in boekvorm uitgekomen).
Zijn tweede roman De langverwachte (2002) werd bekroond met de Libris Literatuurprijs 2003.
Abdelkader Benali was literatuurrecensent bij Algemeen Dagblad en schrijft daarnaast artikelen en columns voor verschillende kranten en bladen. Hij debuteerde in 2003 als dichter met de bundel Gedichten voor de zomer. Sinds 2005 verschenen behalve Laat het morgen mooi weer zijn en Marokko door Nederlandse ogen (samen met historicus Herman Obdeijn), de dichtbundel Panacee, het toneelstuk Jasser en de reportage Berichten uit een belegerde stad, de oogst van een verblijf van enkele maanden in Beiroet, waar Benali in de zomer van 2006 ongewild in een oorlog (die tussen Israël en Hezbollah) verzeild raakte en waarover hij op een weblog van Vrij Nederland dagelijks verslag deed. Bovendien verscheen met Wie kan het paradijs weerstaan in diezelfde periode bij De Bezige Bij een briefwisseling met zijn vriend Michaël Zeeman.
In november 2006 verscheen Feldman en ik, zijn zesde boek bij De Arbeiderspers. Daarna volgde de roman De Marathonloper, Benali’s (literaire) verbeelding van zijn eigen ervaringen met en fascinatie voor het hardlopen.