Plato bepleitte het idee van de filosoof-koning. De wereld zou beter af zijn wanneer filosofen koning zouden zijn of koningen filosoof. De Botton bepleit het idee van de filosoof-CEO.
Volgens De Botton is de wereld beter af met meer filosofische captains of industry. Maar bedrijfsleven en filosofie hebben elkaar weinig te zeggen. Dat is jammer. Een dialoog van filosofen en captains of industry zou beide werelden met onplezierige, maar zinvolle vragen confronteren. Gevormd door de tucht van de markt zou het bedrijfsleven de filosofie verwijten te weinig belangstelling te oogsten. Waarom heeft de filosofie zich zo makkelijk neergelegd bij de constatering dat zij een bezigheid voor een kleine minderheid is en van weinig betekenis in het leven van alledag? En omgekeerd: waarom bekommert het bedrijfsleven zich uitsluitend om de vervulling van consumptieve wensen in plaats van die verlangens nadrukkelijk te vormen en op een hoger plan te tillen? Het kapitalisme is ongelofelijk succesvol in de levering van goederen aan mensen. Tegelijkertijd toonde het weinig talent in het beantwoorden van de vraag welke goederen we nodig hebben en bleef de subtiele relatie tussen behoeftebevrediging en welvaart onderbelicht. Om kort te gaan: de filosofie heeft geen markt, het bedrijfsleven geen moraal.
De Botton wil hier verandering in brengen. De filosofie krijgt van hem tot taak de wereld ook te veranderen, in plaats van haar hoofdzakelijk te willen begrijpen. En het bedrijfsleven krijgt de opdracht zich te bezinnen op het uiteindelijke doel van het leven, in plaats van de kortste weg naar geldelijk gewin te zoeken.
In een rijk betoog poogt De Botton nieuw licht te werpen op succes en falen, oud en nieuw geld, commercie en meritocratie, rijkdom en deugden, armoede en status, welvaart en waardigheid.
Alain de Botton
Alain de Botton werd in 1969 geboren in Zürich, Zwitserland, en verhuisde na zijn twaalfde naar Engeland, waar hij scholen bezocht in Oxford en Londen en later filosofie studeerde. Zijn essayistische werk - vaak betiteld als de filosofie van het dagelijks leven – gaat over een groot aantal sociaaleconomische en culturele onderwerpen, variërend van reizen tot arbeid, van liefde tot literatuur en van architectuur tot onderwijs. Hij is daarnaast een graag geziene gast op radio en televisie. De Botton debuteerde op 23-jarige leeftijd met Essays in Love (in Nederland verschenen onder de titel Proeven van liefde). Zijn doorbraak bij het brede publiek beleefde hij met How Proust Can Change Your Life (1997). Status Anxiety (in Nederland: Statusangst) bevestigde zijn wereldfaam; zijn werk is inmiddels verschenen in 25 landen. Zijn negende en meest recente boek is The Pleasure and Sorrows of Work (In Nederland verschenen onder de titel Ode aan de arbeid). In de zomer van 2008 realiseerde hij een lang gekoesterde wens toen hij meehielp met de start van de School of Life, een soort van mini-universiteit die de nieuwsgierigheid, speelsheid en actualiteit van zijn geschreven werk weerspiegelt en die niet alleen als doel heeft het leven te bespreken, maar ook bij te dragen aan veranderingen ten goede.
Willem Vermeend
Willem Vermeend (1948) is hoogleraar Europese fiscale economie aan de Universiteit van Maastricht en was van 1991-1994 parttime hoogleraar belastingrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij is een van de grote Nederlandse specialisten op het gebied van financiën, belastingen en sociaal-economische vraagstukken. Vermeend was Tweede Kamerlid voor de Partij van de Arbeid, staatssecretaris van financiën en minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Ook vervulde hij verschillende commissariaten in het bedrijfsleven en was hij bestuursvoorzitter van de Meeùs Groep (financiële dienstverlening en onroerend goed). In verschillende publicaties gaf hij zijn visie op financiële en economische kwesties. Zijn eerste boek was Auto en fiscus (1981), onlangs verschenen van zijn hand Taxes and the Economy (2008), De Kredietcris (2008/2009) en De WIJ economie. De opkomst van de WIJ economie en de ondergang van de IK economie (2009). In dit laatste boek stelt hij dat de wereld na de kredietcrisis niet meer hetzelfde zal zijn. Een nieuwe economie is volgens hem niet voldoende. “We moeten naar een eerherstel van normen en waarden, naar fatsoen, naar ethiek in de samenleving en terug naar ouderwetse solidariteit. Weg met de IK cultuur, weg met de financiële hebzucht, het casino-kapitalisme, de exorbitante bonussen en het snelle geld verdienen. Deze aanpassingen vragen ook om een mentaliteitsverandering, zowel bij overheid en burgers als bij het bedrijfsleven.”