Honderd jaar progressieve onderwijshervormingen hebben het uit het hoofd leren van feiten bestempeld als afstompend en zelfs schadelijk voor het zich ontplooiende brein. Maar hebben we hier niet een grote fout gemaakt? Parate kennis en een goed geheugen zijn nog steeds van grote waarde – ook in een tijdperk waarin internet en google fungeren als ons externe geheugen. Essentiële menselijke eigenschappen als creativiteit, humor en inventiviteit zijn afhankelijk van ons geheugen. Het onderwijs moet hier veel beter op inspelen, stelt de Amerikaanse wetenschapsjournalist Joshua Foer in de 29e Van der Leeuw-lezing.
Co-referent Robbert Dijkgraaf voorspelt dat onze parate kennis steeds kleiner zal worden. De keuze van essentiële brokken kennis die iedere scholier en student paraat moet hebben, wordt steeds moeilijker. In Nederland is deze discussie op gang gekomen rond de vorming van verschillende canons. Een gewetensvraag daarbij is of we aan onze medemens altijd dezelfde eisen stellen als aan onszelf.
Beeldregistratie van de 29e Van der Leeuw-lezing: